Rond deze tijd van het jaar ontvangt u
de betalingsuitnodiging van 950 euro voor uw pensioensparen, mocht u
die nog niet hebben betaald. Wel, die uitnodiging is niet correct.
Alleen weet uw bank of verzekeraar dat nog niet. In haar zoektocht
naar bijkomende financiële middelen, toont de federale regering zich
bijzonder creatief en bewandelt ze onbetreden paden. Ze grijpt naar
een fiscale 'indexterugsprong', nooit eerder beproefd.
De bedragen die worden gehanteerd voor
de berekening van onze personenbelasting worden ieder jaar aangepast
aan de inflatie en dus geïndexeerd. Dat geldt voor vrijstellingen,
belastingschijven en voor een hele boel belastingverminderingen. De
regering Michel heeft nu beslist om een aantal van die
belastingverminderingen en -vrijstellingen , zoals de federale
woonbonus, het lange termijnsparen via levensverzekering, het
pensioensparen en de vrijstelling voor intresten van spaarboekjes,
vier jaar lang niet meer te indexeren. Zo'n bevriezing van fiscale
bedragen is niet uniek. De regering Dehaene deed dat ook al, in de
periode van 1993 tot en met 1998. Wel uniek is dat de huidige
regering de bevriezing retroactief toepast. De indexatiestop van
Dehaene werd eind 1992 beslist en raakte pas aan de bedragen van het
jaar nadien, inkomstenjaar 1993. De huidige indexatiestop die eind
dit jaar wet wordt, zal al raken aan de bedragen van dit jaar,
inkomstenjaar 2014. Juridisch kan dat, maar het is ongezien en
getuigt van een totaal gebrek aan fiscale fairplay.
Opdat
belastingplichtigen zouden weten waar ze aan toe zijn, publiceert de
fiscus ieder jaar in de loop van januari een officieel bericht in het
Staatsblad met een overzicht van de geïndexeerde fiscale bedragen
die gelden voor dat jaar. Dat gebeurde ook dit jaar, op 20 januari.
Zo weet u dat 1900 euro van de intresten die uw spaarboekje dit jaar
opbrengt, is vrijgesteld, dat u tot 2280 euro kan inbrengen voor een
levensverzekering en dat u voor een bedrag van maximaal 950 euro kan
pensioensparen. Wel, dat bericht kan naar de prullenmand. Die
bedragen gelden niet langer. De regering Michel draait de
indexatieklok immers met een jaar terug. Voor de bedragen van 2014 en
de drie volgende jaren geldt opnieuw de indexatie van inkomstenjaar
2013. Concreet betekent dit dat u slechts voor 940 euro kunt
pensioensparen (in plaats van 950 euro), dat uw
levensverzekeringspremie wordt geplafonneerd op 2260 euro in plaats
van 2280 euro, dat de vrijstelling op uw intresten wordt
teruggebracht tot 1880 euro in plaats van 1900 euro en dat de
federale woonbonus niet 3040 euro maar slechts 3010 euro bedraagt. Op
zich gaat het om kleine verschillen. U krijgt op 10 tot 30 euro
minder belastingvrijstelling of -vermindering. Maar deze ingreep zal
bij bank- en verzekeringssector voor heel wat tandengeknars zorgen.
Buiten het feit dat zij nu al bijna een jaar in briefwisseling en in
beheersoftware verkeerde maxima hanteren, dreigen zij door die
maatregel inkomsten mis te lopen. Zo'n maatregel is ook een doos
van Pandora. Ze dwingt de regering tot legistiek knoeiwerk. Zo zal
iedereen die dit jaar voor pensioensparen al 950 euro stortte (of nog
zal storten), via een nieuwe wettelijke fictie geacht worden in 2014
slechts 940 euro te hebben betaald en 10 euro in 2015 te hebben
gestort. Gevolg: in 2015 kan effectief nog slechts 930 euro worden
betaald. Maar dat lapmiddel zou enkel worden toegepast op
pensioensparen en niet op het aanvullend pensioen via
levensverzekering. Verzekerden die hun polis al met 2280 euro
volstortten, verliezen dus het fiscaal voordeel op 20 euro. Zo
krijgen we een niet te verantwoorden onderscheid tussen twee vormen
van fiscaal sparen, en meteen ook voer voor het Grondwettelijk Hof.
En wat als al die verzekerden hun 20 euro straks gaan terugeisen?
Ook is het uitkijken naar de kritiek
van de Raad van State. "Door met retroactief effect tot 1
januari het geboden voordeel te verminderen wordt afbreuk gedaan aan
de gewekte verwachtingen", zo formuleerde de Raad eerder al.
Waarom kiest de regering dan voor
dergelijke ingreep?
Omdat die voor de begroting van 2015 meteen
geld opbrengt. 46 miljoen euro om precies te zijn. 46 miljoen die de
regering niet meteen kan incasseren als de bevriezing van de fiscale
bedragen pas zou ingaan vanaf 2015. Maar een beetje minder
pensioensparen of verzekeringspremie kan geen besparing van 46
miljoen euro opleveren. Een groot deel van dat bedrag zal worden
gehaald bij mensen met vervangingsinkomsten en pensioenen. Die
inkomsten genieten belastingverminderingen en ook die verminderingen
worden teruggeschroefd tot het niveau van 2013. Dat heeft gelukkig
geen gevolgen voor mensen met zéér lage uitkeringen. Die betalen
sowieso geen belasting. Maar wel voor de anderen. En het zijn niet de
sterkste schouders die de zwaarste last dragen, want de
gepensioneerde met een pensioen van 50.000 euro, verliest door de
indexterugsprong slechts 8 euro, terwijl de gepensioneerde
met een pensioen van 24.000 euro 41 euro meer belasting betaalt. En
een ziekte-uitkering van 23.000 euro wordt zelfs met 52 euro zwaarder
belast. Voor hen is het terugdraaien van de indexatie wel degelijk
een platte belastingverhoging.
Jef
Wellens
Fiscalist Wolters Kluwer
Deze column werd geschreven op 12
november 2014 voor weekblad Trends op basis van het voorontwerp van
programmawet, voorgelegd op de ministerraad van 7 november.