Herhaaldelijk niet-indienen van een aangifte impliceert niet noodzakelijk bedrog

17/12/14

Dezelfde ambtenaar spreekt zich uit over zowel de ambtshalve aanslag als de directoriale beslissing. De directoriale beslissing is onherroepelijk als de belastingplichtige niet tijdig een vordering heeft ingesteld. Overdraagbaarheid van een verlies. Herhaaldelijk niet-indienen van een aangifte impliceert niet noodzakelijk bedrog

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd.07.03.2014 - De belastingplichtige, een NV, meent dat de beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het onpartijdigheidsbeginsel, werden geschonden doordat dezelfde ambtenaar aan de basis lag van de ambtshalve aanslagen en de directoriale beslissingen. Het voorwerp van de betwisting tijdens de gerechtelijke procedure is echter de aanslag zelf. De vernietiging van de directoriale beslissingen is dan ook zonder invloed op de beslechting van huidige betwisting. Eventuele onregelmatigheden begaan tijdens de fase van het administratief beroep hebben geen invloed op de geldigheid van de aanslag. De aanslag werd immers voordien al gevestigd. Een vernietiging van de directoriale beslissing heeft niet tot gevolg dat de betwiste aanslag zelf vernietigd of ontheven is. De rechtbank meent dat de directoriale beslissing onherroepelijk is omdat de belastingplichtige geen vordering heeft ingesteld bij de rechtbank binnen de daartoe voorgeschreven termijn. Ten onrechte tracht de belastingplichtige het voorwerp van de directoriale beslissing over de aanvullende aanslag en de vervolgens hiertegen ingestelde rechtsvordering uit te breiden met de definitief geworden aanvankelijke aanslag. Een bezwaarschrift tegen een supplementaire aanslag kan niet uitgebreid worden naar de aanvankelijke aanslag indien tegen de aanvankelijke aanslag al bezwaar werd ingediend dat afgewezen werd en er geen vordering werd ingesteld tegen deze afwijzing. De belastingplichtige heeft een bezwaarschrift gestuurd naar de Federale overheidsdienst Financiƫn, Belastingen en Invordering, maar om geldig te zijn had deze gestuurd moeten zijn naar de gewestelijke directeur die bevoegd is voor de gemeente waar de aanslag werd gevestigd. Het feit dat de administratie een fiscaal verlies van de belastingplichtige erkent, betekent nog niet dat de administratie een eerder gevestigde aanslag moet vernietigen en moet overgaan tot een vervangende aanslag waarin het verlies in rekening wordt gebracht. Doordat de belastingplichtige tegen de directoriale beslissing geen voorziening in rechte heeft ingesteld, kreeg de directoriale beslissing gezag van administratief gewijsde. Dit verhindert de inkohiering van een nieuwe belasting die onverenigbaar is met wat werd beslist. Ook de rechtbank moet het onherroepelijk karakter van de directoriale beslissing respecteren. De rechtbank besluit dat er geen rekening gehouden kan worden met het fiscaal overdraagbaar verlies. De rechtbank meent dat de belastingplichtige geen belastingverhoging verschuldigd is omdat het herhaald en systematisch nalaten om een aangifte in te dienen, niet impliceert dat de belastingplichtige met bedrieglijk inzicht heeft gehandeld. De loutere herhaling van haar foutief gedrag is onvoldoende om kwade trouw aan te tonen.

BRON : fiscalnet


terug