De FOD Financiën publiceerde de FAQ met betrekking tot de EBA-4

19/10/16

De informatie die ze bevatten is erg interessant omdat ze een aantal vage punten uit de wettekst verduidelijken.

We lichten er de volgende punten uit:

-  De aangifte mag niet gebeuren via e-mail. Het moet een papieren document zijn (FAQ3). Deze beperking is best verrassend, niet alleen omdat ze niet in artikel 7 van de wet van 21.07.2016 staat, maar omdat zodra het om een permanente regularisatieprocedure gaat, de overheid voor deze regularisatie dezelfde faciliteiten had kunnen voorbehouden die verplicht zijn geworden voor aangiften in de inkomstenbelastingen of de btw.

-  In geval van misbruik van vennootschapsgoederen is het de bedrijfsleider die zich hieraan heeft bezondigd die de regularisatie moet doen, maar is het de vennootschap die de ontdoken btw moet aangeven (FAQ 31). Het gaat om een interpretatie van artikel 6, 2° van de wet van 21.07.2016 dat het volgende zegt: "Noch de regularisatieaangifte, noch de betaling van de heffing, noch het regularisatieattest bedoeld in de huidige wet, hebben uitwerking indien ... de geregulariseerde inkomsten, sommen, btw-handelingen of kapitalen het voorwerp hebben uitgemaakt van misbruik van vennootschapsgoederen" en het misdrijf "misbruik van vertrouwen", voor zover geregulariseerd wordt overeenkomstig de artikelen 3 en 5." De opmaak van deze tekst is alles behalve duidelijk, want we begrijpen dat men misbruik van vennootschapsgoederen niet kan regulariseren. Welnu, de FAQ beschouwt het tegendeel. Dat verbaast ons, want het is de opgelichte vennootschap die de btw moet regulariseren, terwijl deze geen enkele inbreuk heeft begaan, en er wordt geen melding gemaakt van de mogelijkheid om zich te verhalen op de kwaadwillige bedrijfsleider om hem te vragen terug te betalen wat hij van de vennootschap heeft gestolen.

-  Een ingediende aangifte is definitief en kan niet worden ingetrokken of verminderd, behoudens in geval van materiële vergissingen. Zelfs in dat geval zal de materiële vergissing buiten beschouwing worden gelaten als de heffing reeds is betaald (FAQ 36). De grond hiervoor zou zonder enige twijfel alinea 6 van artikel 7 van de wet van 21.07.2016 zijn die stelt dat "de betaling van de heffing definitief en zonder enig voorbehoud moet worden verricht binnen 15 kalenderdagen volgend op de verzendingsdatum van die brief en definitief door de Schatkist is verworven." Deze interpretatie lijkt ons onaanvaardbaar. Stel een persoon die een kapitaal erft dat afkomstig is uit het buitenland, maar weet dat de de cujus het niet zo nauw nam met het respecteren van zijn fiscale verplichtingen. Hij geeft het kapitaal aan in de successierechten en maakt een EBA-4 op tegen 36 % voor de ontdoken belastingen. Hij komt er vervolgens achter dat het geërfd kapitaal geen geheimen inhield of dat dede cujus zelf al een eerdere EBA had gedaan. Het gaat hier niet om een materiële vergissing, maar om een vergissing in rechte. In dat geval heeft de schatkist zich onrechtmatig verrijkt. Niemand twijfelt eraan dat in een dergelijk geval de hoven en rechtbanken de eiser gelijk zullen geven.

-  De FAQ 42 zegt dat het "arrest Dyckman van toepassing is voor wat betreft fiscaal geregulariseerde inkomsten vanaf het inkomstenjaar 2010" zonder verdere commentaar. Daar heeft de lezer niet veel aan, want het arrest Dyckman bestaat niet aangezien het gaat om het arrest Dijkman (de spelling heeft dus belang) van 01.07.2010 (EHvJ CUJE - zaak C-233/09). De arme lezer van de FAQ zal noch op Google noch in een juridische databank iets vinden. Dit arrest gaat over de onwettelijkheid van de inning van gemeentebelastingen op interesten en dividenden van buitenlandse oorsprong. Door de toepassing vanaf 2010 te beperken trekt de FOD Financiën zich niet veel aan van de veroordeling die België opliep in deze zaak wegens inbreuk op het Europees recht, niet alleen voor de toekomst, maar ook voor het verleden.

Kortom zijn deze FAQ, hoewel interessant, erg onduidelijk en betwistbaar.

We zullen nog maar eens terugkomen op het grote risico dat deze permanente regularisatieprocedure voorstelt.

Wanneer men belastingen heeft ontdoken, dateert de inbreuk niet van gisteren. Als het resultaat van de fraude (en dus het kapitaal dat werd bespaard) is verjaard, is "regularisatie van een gewestelijke belasting waarvoor de federale overheid de dienst verzekert, enkel mogelijk wanneer er met het betrokken gewest een samenwerkingsakkoord wordt afgesloten". Men vergeet dus de ontdoken successierechten. Tenzij ... u beschikt over het bewijs dat het kapitaal dat werd onttrokken aan de successierechten is verjaard. U hebt de inkomsten die dit buitenlands kapitaal heeft opgebracht echter niet aangegeven. U doet enkel een EBA4 voor die inkomsten.

Wat gebeurt er?

Artikel 5 van de wet van 21.07.2016 belast dit kapitaal tegen 36 %, enkel omdat u de inkomsten uit dat kapitaal niet heeft aangegeven, terwijl als u zich beperkt tot het risico om te worden belast op inkomsten uit dit sedert minstens 7 jaar niet-aangegeven kapitaal, de door het wetboek van inkomstenbelastingen opgelegde sanctie in alle gevallen een stuk lager zal zijn.

We weerhouden een kleine commentaar bij punt 48 van de FAQ dat betrekking heeft op het feit dat de geregulariseerde gegevens als indicie of aanwijzing worden aangewend om fiscale onderzoeks- of controleverrichtingen uit te voeren. De ambtenaren van het Contactpunt zijn inderdaad gebonden aan het beroepsgeheim. Maar "...leaks" van de aard deze die al maanden door journalisten aan het licht worden gebracht, zullen deze schijnbare beveiliging al snel doen vallen.

Men moet dus een idioot zijn om ook maar een ogenblik te geloven dat deze procedure belastingen in de staatskas zal krijgen aangezien de leiding die de regering ontwierp langs alle kanten lekt.

Emile Masset

Hoofdredacteur van Fiscalnet


terug