De
laatste dagen is er heel wat stof gaan opwaaien en krijgen we
blijkbaar paniek reactie op de wet van 17 mei 2017: Wet
tot wijziging van diverse wetten met het oog op de aanvulling van de
gerechtelijke ontbindingsprocedure van vennootschappen.
Naar
mijn mening zet de wetgever hier de puntjes op de i om het
gerechtelijk apparaat efficiënter te laten werken.
Een
goede cijferberoeper kent de gevolgen van een niet- of laattijdige
neerlegging van de jaarrekening.
De
regels m.b.t. de voorlegging en neerlegging Vooreerst
moeten de bestuurders of zaakvoerder de jaarrekening binnen zes
maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar ter goedkeuring voor
te leggen aan de (jaarlijkse) gewone algemene vergadering (art. 92, §
1, lid 2 W.Venn.) De goedgekeurde jaarrekening moet vervolgens door
toedoen van dezelfde bestuurders of de zaakvoerders worden neergelegd
bij de Nationale Bank van België, meer bepaald in de vestiging die
zich bevindt binnen het rechtsgebied van de rechtbank van koophandel
waaronder de vennootschap ressorteert. Deze neerlegging dient te
geschieden binnen dertig dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd
en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het
boekjaar (art. 98, § 1 W.Venn.). Merk op dat de verplichting tot
openbaarmaking van de jaarrekening ook geldt voor de vennootschappen
in vereffening (art. 193 W.Venn.): de vereffenaars dienen jaarlijks
een jaarrekening op te maken, deze voor te leggen aan de algemene
vergadering – zij het louter informatief en niet ter goedkeuring –
en deze binnen de dertig dagen na deze voorlegging openbaar te maken.
Hier
onder de verschillende gevolgen van de niet- of laattijdige
neerlegging van de jaarrekening. (
bron NBB )
Inhoud
Tarieftoeslag
De
tarieftoeslag bij laattijdige neerlegging vertegenwoordigt een
bijdrage in de kosten die de federale overheid maakt voor de
opsporing en opvolging van ondernemingen in financiële moeilijkheden
en bedraagt bij neerlegging:
vanaf
de eerste dag van de negende maand na de afsluiting van het
boekjaar:
vanaf
de eerste dag van de tiende maand en tot de twaalfde maand na de
afsluiting van het boekjaar:
vanaf
de eerste dag van de dertiende maand na de afsluiting van het
boekjaar:
Deze
bijdrage wordt door de Nationale Bank van België samen met de kosten
voor de openbaarmaking van de betrokken jaarrekening of
geconsolideerde jaarrekening geïnd, om vervolgens te worden
doorgestort aan de Federale Overheidsdienst Financiën.
Ambtshalve
doorhaling KBO
De
beheersdienst van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) kan
overgaan tot de ambtshalve doorhaling van de vennootschappen die voor
ten minste drie opeenvolgende boekjaren niet hebben voldaan aan de
verplichting tot neerlegging van hun jaarrekeningen. Dezelfde
beheersdienst van de KBO gaat over tot de intrekking van de
doorhaling na de neerlegging bij de Nationale Bank van de
niet-neergelegde jaarrekeningen.
De
doorhalingen, alsook de intrekking ervan, worden op initiatief van de
beheersdienst van de KBO gepubliceerd in de Bijlagen tot het Belgisch
Staatsblad.
Meer
informatie omtrent de ambtshalve doorhaling vindt u terug op de
website van de KBO.
Burgerlijke
sanctie
De
door derden geleden schade wordt, behoudens tegenbewijs, geacht voort
te vloeien uit de niet-neerlegging van de jaarrekening binnen de
wettelijk gestelde termijn. De bewijslast is bijgevolg omgekeerd: de
onderneming moet bewijzen dat de niet- of laattijdige neerlegging van
haar jaarrekening de door een derde ingeroepen schade niet heeft
veroorzaakt.
Gerechtelijke
ontbinding
Op
vraag van iedere belanghebbende of van het openbaar ministerie en
behoudens regularisatie van de toestand in de loop van het geding,
kan de rechtbank van koophandel in wier rechtsgebied de vennootschap
haar maatschappelijke zetel heeft, de ontbinding van een vennootschap
uitspreken als ze haar jaarrekening voor drie opeenvolgende boekjaren
niet heeft neergelegd.
Persoonlijke
aansprakelijkheid
Een
inbreuk op de verplichtingen tot tijdige voorlegging van de
jaarrekening aan de algemene vergadering en tot tijdige neerlegging
ervan bij de Nationale Bank is een inbreuk op het Wetboek van
Vennootschappen. Daarom kan zij aanleiding geven tot de
aansprakelijkheidsvordering tegen de bestuurders en de zaakvoerders.
Ieder van hen is immers, zowel jegens de vennootschap als jegens
derden, aansprakelijk voor alle schade die het gevolg is van een
dergelijke overtreding. Maar er is meer! In normale gevallen zullen
de bestuurders of de zaakvoerders slechts veroordeeld worden tot de
vergoeding van de door de eiser gevorderde schade, wanneer niet
alleen de fout en de schade, maar ook het oorzakelijke verband tussen
beide wordt bewezen. Wanneer de jaarrekening niet tijdig aan de
algemene vergadering werd voorgelegd of niet tijdig werd neergelegd,
wordt de door de derden geleden schade geacht voort te vloeien uit de
nalatigheid. Men spreekt van een wettelijke vermoeden. Weliswaar laat
de wet toe dat de bestuurders of de zaakvoerders het tegenbewijs
leveren, maar men mag toch niet uit het oog verliezen dat zulks
impliceert dat de moeilijke bewijslast van de eiser komt te vervallen
en wordt omgekeerd ten nadele van de bestuurders. Laatstgenoemde
zullen m.a.w. moeten bewijzen dat er geen oorzakelijk verband bestaat
tussen de nalatigheid en de beweerde schade. In concreto betekent dit
dat de schade-lijdende derde steeds de loutere niet-naleving van de
bovengenoemde formaliteiten zou kunnen inroepen om van elke
bestuurder vergoeding te vorderen voor de door hem geleden schade.
(Bron Meritus)
In
bijlage een master proef van Steve Van den Bossche aan de
faculteit economie en bedrijfskunde van de universiteit Gent
onder de leiding van Prof Ignace De Beelde. Hier in wordt de
aansprakelijkheid besproken van de cijferberoeper.
Een
goede cijferberoeper kent reeds de gevolgen , maar het zou wenselijk
zijn dat iedereen nog eens het werk naleest zodat hij zich bewust is van de
gevolgen.
Bijlage 1: Wettekst Belgisch Staatsblad: Ontbinding laattijdige neerlegging jaarrekening
Bijlage 2: Juridische gevolgen van fouten in de jaarrekening