De niet-vatbaarheid voor beslag van de woning van de zelfstandige herzien en bijgewerkt

23/06/14

De wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen voerde in het Belgische recht het beginsel in van de niet-vatbaarheid voor beslag van de woning van de zelfstandige.

De bedoeling was dat zelfstandigen hun privéwoning konden beschermen tegen eventueel beslag door een of meerdere schuldeisers.

De wetgever wilde indertijd duidelijk het persoonlijk risico voor de uitoefening van een zelfstandige activiteit beperken en zo de oprichting, ontwikkeling en overdracht van ondernemingen bevorderen.

Met zelfstandige doelen we op iedere natuurlijke persoon die in België in hoofdberoep een beroepsactiviteit uitoefent waarbij hij niet is gebonden aan een arbeidsovereenkomst of statuut, dus handelaars, beoefenaars van een vrij beroep ... Een zelfstandige die zijn activiteit in bijberoep uitoefent kon geen beroep doen op die wet.

Een zelfstandige die deze wet wilde toepassen, moest dat bij een notaris laten vastleggen in een verklaring die vervolgens werd ingeschreven in een register van de hypotheekbewaarder van het arrondissement waarin zijn woning was gelegen.

De verklaring had echter enkel gevolgen voor schuldvorderingen die ontstaan zijn na inschrijving in dat register. Een persoon met veel schulden kon zijn vastgoed dus niet afschermen tegen vroegere schuldeisers houden.

De door de wet geviseerde schuldvorderingen zijn diegene die zijn voortgekomen uit de oefening van een zelfstandige beroepsactiviteit.

Dit betekent dus dat de privéwoning voorwerp blijft van een beslag voor schulden die niets te maken hebben met de beroepsactiviteit. Er is ook een uitzondering voorzien voor schuldvorderingen die het gevolg zijn van een inbreuk. Ook ‘gemengde' schulden die deels betrekking hebben op het privéleven en op de beroepsactiviteit worden niet in beschouwing genomen.

De bescherming heeft betrekking op het vastgoed waarin de zelfstandige zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd.

Als minder dan 30% van de oppervlakte van de woning gebruikt wordt voor de beroepsactiviteit kan de hele woning niet-vatbaar voor beslag worden verklaard.

Als daarentegen minstens 30% van de bewoonbare oppervlakte wordt gebruikt voor beroepsactiviteiten, kunnen alleen de rechten op het deel dat dienst doet als hoofdverblijfplaats niet-vatbaar voor beslag worden verklaard.

Wat zijn de gevolgen in geval van de overdracht van zakelijke rechten?

In geval van overdracht van de in de verklaring aangegeven zakelijke rechten wordt de niet-vatbaarheid voor beslag overgedragen voor het bedrag dat hiervoor werd ontvangen. Dit weliswaar op voorwaarde dat het ontvangen bedrag binnen een jaar wordt hergebruikt om een ander vastgoed aan te kopen waarin de hoofdverblijfplaats gevestigd wordt.

Men moet dan een verklaring van hergebruik opnemen in de aankoopakte.

In dat geval worden de bedragen bewaard door de notaris die de akte van overdracht van de zakelijke rechten heeft verleden.

De wet van 15 januari 2014 (Belgisch Staatsblad van 3 februari 2014) herzag de wetgeving van 25 april 2007 gedeeltelijk.

Laten we eens kijken naar de voornaamste wijzigingen.

-  De wet viseert voortaan eveneens zelfstandigen in bijberoep en personen die nog actief zijn na hun pensioen.

-  Als de statuten van mede-eigendom van het gebouw dat wordt gebruikt voor de uitoefening van een beroepsactiviteit al zijn opgemaakt, moeten die gewijzigd worden.

-  Het begrip oppervlakte van het gebouw werd verduidelijkt. De totale oppervlakte die men in rekening moet brengen voor de berekening van de drempel heeft immers betrekking op de totale oppervlakte van het gebouw met inbegrip van alle verdiepingen en de grond. De oppervlakte die zowel privé als beroepshalve wordt gebruikt, wordt verondersteld volledig voor beroepsactiviteiten te worden gebruikt, met uitzondering van de ruimten waarvan het beroepsmatige karakter beperkt is tot een doorgang en waarvan men kan stellen dat ze gebruikt worden als hoofdverblijfplaats. In geval van onverdeelde zakelijke rechten wordt er rekening gehouden met de totale oppervlakte van het onverdeelde gebouw voor de berekening van deze drempel.

-  In de nieuwe wet staat ook duidelijk aangegeven dat de verklaring gevolgen blijft ressorteren na het verlies van de hoedanigheid van zelfstandige, na een faillissement en in geval van de wijziging of stopzetting van de zelfstandige activiteit.

-  De nieuwe wet voorziet dat afzien van het voordeel van de verklaring ten voordele van een of meerdere welbepaalde schuldvorderingen tot gevolg heeft dat men afziet van de verklaring voor alle andere schuldvorderingen.

-  De regeling van het vastgoed in geval van verkoop wordt als volgt uitgelegd: "In geval van overdracht van de zakelijke rechten die in de verklaring zijn bepaald, blijft de verkregen prijs niet vatbaar voor beslag ten aanzien van de schuldeisers van wie de rechten ontstaan zijn na het overschrijven van deze verklaring en naar aanleiding van de beroepsbezigheid van degene die de verklaring heeft gedaan, op voorwaarde dat de verkregen geldsommen binnen een termijn van één jaar, te rekenen vanaf de datum van de authentieke akte, door degene die de verklaring heeft gedaan, wederbelegd worden om een onroerend goed aan te kopen waar zijn hoofdverblijfplaats is gevestigd. Gedurende die termijn worden de geldsommen bewaard in handen van de notaris die de akte van overdracht van de zakelijke rechten heeft verleden. Indien de akte door verschillende notarissen wordt verleden, worden de geldsommen bewaard in handen van de notaris die is aangewezen door degene die de verklaring heeft afgelegd. De rechten op de nieuw aangekochte hoofdverblijfplaats blijven niet vatbaar voor beslag ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde schuldeisers wanneer de akte van verkrijging een verklaring van wederbelegging van de fondsen bevat, zelfs indien de prijs van het nieuwe goed het bedrag van de verkregen fondsen overtreft, behalve indien de schuldeisers bewijzen dat de zelfstandige zijn solvabiliteit opzettelijk heeft verminderd. In voorkomend geval zal de drempel van 30% opnieuw moeten worden berekend. De nieuwe verhouding zal moeten worden opgenomen in de verklaring van wederbelegging."

De rechten van zelfstandigen zijn onweerlegbaar beter beschermd met deze nieuwe wet. We vinden alleen jammer dat de wetgever het niet nodig vond om onder die schulden ook de schulden in de personenbelasting op te nemen, schulden die nochtans zijn voortgekomen uit de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit.

Frédéric Ledain

Advocaat aan de Luikse balie

bron : fiscalnet


terug