Terugbetaling van kapitaal: primeert artikel 537 of artikel 269 WIB 92?

27/10/14

Artikel 537 WIB 92 dat een overgangsmaatregel invoert voor liquidatieboni (voorheffing van 10% in zoverre de boni worden ingebracht voor een kapitaalsverhoging en gedurende 4 of 8 jaar worden aangehouden al naargelang de vennootschap een kmo is of niet) bevat de volgende bepaling: "bij een latere kapitaalvermindering wordt die geacht eerst uit de volgens dit regime ingebrachte kapitalen voort te komen."

Via artikel 269, §2 WIB 92 kunnen aandeelhouders en vennoten in een kmo genieten van 15% voorheffing op uitgekeerde dividenden en deelbewijzen die worden uitgeschreven naar aanleiding van een kapitaalsverhoging via geldelijke inbreng na 1 juli 2013.

Dat artikel bevat de volgende bepaling: "Als de vennootschap, die haar maatschappelijk kapitaal verhoogd heeft in het kader van deze maatregel, later overgaat tot verminderingen van dat maatschappelijk kapitaal, zullen deze verminderingen prioritair worden afgehouden van de nieuwe kapitalen."

U ziet het meteen: artikelen 537 en 269, §2 zijn in strijd met elkaar.

Een voorbeeld maakt dit duidelijk.

In januari 2014 gaat een bvba (kmo in de zin van artikel 15 wetb. venn.) over tot de uitkering van zijn reserves (500 000 euro) waarop hij 10% roerende voorheffing inhoud. Hij brengt de resterende 450 000 euro in voor een kapitaalsverhoging om te kunnen profiteren van de bepalingen van artikel 537 WIB 92.

In juni 2014 gaat de vennootschap over tot een kapitaalsverhoging middels een geldelijke inbreng van 200 000 euro. De bedragen zijn afkomstig uit het persoonlijke spaarkapitaal van de vennoten. De nadien uitgekeerde dividenden zullen onderworpen worden aan 15% roerende voorheffing.

In 2019 besliste de vennootschap tot een kapitaalsvermindering van 300 000 euro.

Hoe moet die kapitaalsvermindering worden verrekend? Op die van artikel 537 of die van artikel 269?

Het doel van de wetgever indachtig om de continuïteit van activiteiten te bestendigen zonder echter de belasting van de belaste reserves tegen een tarief waartegen ze niet waren aangelegd te hypothekeren, moet men er rekening mee houden dat die 300 000 euro verrekend moeten worden op de kapitaalsverhoging conform artikel 537 WIB 92.

Dit is echter wat wij ervan maken.

De vennootschappen die zich in deze situatie bevinden zouden er goed aan doen om hun casus voor te leggen aan de Dienst Voorafgaande Beslissingen zolang er geen administratieve circulaire is.
bron : comptaccount

terug