“Kijkwoningen” : btw-gevolgen

13/06/16

Praktijkcasus

Een natuurlijk persoon heeft zijn appartement laten renoveren. Het betreft een appartement aan de kust dat volledig gerenoveerd werd door een firma gespecialiseerd in interieur inrichtingen.

Deze interieurfirma bezit geen eigen showroom en de vraag is gekomen of het betreffend appartement mag gebruikt worden als "kijkappartement", in casu het bekijken van de uitgevoerde inrichtingswerken. Het bezoeken van de kijkinrichting dient op voorhand gevraagd te worden en moet worden georganiseerd tussen 8u 's morgens en 19u ‘s avonds. De eigenaar mag steeds beslissen om ook aanwezig te zijn. De interieur firma mag mits akkoord het kijken uitbreiden met het aanbieden van hapjes en drankjes (op eigen kosten uiteraard) waardoor een commerciële event georganiseerd wordt.

Voor elk bezoek of event wordt 500 EUR voorzien. De vraag is dan of dat "kijkrecht" te belasten is met btw?

Economische activiteit

Krachtens de bepalingen opgenomen in artikel 9, lid 1, tweede alinea, van de Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (voorheen artikel 4, lid 2, van de Zesde Btw-Richtlijn) worden als "economische activiteit" beschouwd alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de uitoefening van vrije of daarmede gelijkgestelde beroepen.

Als economische activiteit wordt in het bijzonder beschouwd de exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen (zie o.a. zaak C-268/83, Rompelman-Van Deelen, d.d. 14 februari 1985; zaak C-465/03, Kretztechnik, d.d. 26 mei 2005).

Wederkerige diensten

Het verlenen van een "kijkrecht" of bezoekrecht kan contractueel overeengekomen zijn van bij aanvang van de uitgevoerde werken of kan nadien overeengekomen worden. In het eerste geval worden de uitgevoerde werken dan vaak tegen een korting uitgevoerd waardoor de waardering van de tegenprestatie moeilijker is. In beide gevallen gaat het echter om wederkerige prestaties.

Een overeenkomst waarbij een aannemer of bouwpromotor (projectontwikkelaar) zich tegenover de eigenaar van een woning verbindt om bepaalde prestaties te verrichten zoals het aanleggen van de tuin, het binnenhuisschilderwerk en het behangen van die woning, als tegenprestatie waarvoor de eigenaar van deze woning aan de aannemer of de bouwpromotor het recht toekent om die woning aan kandidaat-kopers van dergelijke woningen te tonen.

Het betreft een overeenkomst die wederzijdse diensten inhoudt die respectievelijk bedoeld zijn in artikel 18, § 1, tweede lid, 1° (materieel werk) en (het verlenen van het recht een beroepswerkzaamheid uit te oefenen) van het W.BTW.

Omdat in dergelijke gevallen de eigenaar van de woning in de regel niet handelt in het kader van een economische activiteit waarvoor hij belastingplichtige is, is de belasting niet opeisbaar wegens de door hem verstrekte diensten.

De belasting is daarentegen uiteraard wel opeisbaar wegens de diensten die de aannemer of de bouwpromotor verleent (Besl. nr. E.T.25.052 van 28.04.1977, Btw-Revue, nr. 32, blz. 477, nr. 626).

Stefan Ruysschaert

Adviseur FOD Financiën Antwerpen

Docent Faculteit Economische Wetenschappen UGent

bron : fiscalnet


terug