Minister Van Overtveldt schept duidelijkheid inzake de overdracht van de back-up

14/02/18

Minister Van Overtveldt schept duidelijkheid inzake de overdracht van de back-up

31 Jan 2018

Geachte confrater,

Verwijzend naar de nieuwe procedure van de dienst e-audit van de FOD Financiën om de overdracht van de volledige back-up van het boekhoudprogramma te vragen, heeft de minister van Financiën Johan Van Overtveldt op 24 januari 2018 tijdens de Commissie voor de Financiën en de Begroting [1] daarover een mondelinge parlementaire vraag beantwoord.

De minister heeft geantwoord door uitdrukkelijk te verklaren dat het een informeel verzoek betreft gericht aan de belastingplichtige of zijn mandataris, de beroepsbeoefenaar, om boekhoudkundige stukken op digitale wijze over te dragen. In zijn antwoord heeft de minister ook benadrukt dat bij dit verzoek de bestaande procedureregels in verband met de rechten en plichten van de fiscale controle moeten worden nageleefd, opdat op geen enkel moment de rechten van de belastingplichtige in het gedrang zouden komen.

De fiscus dient in ieder geval bij zijn informele verzoek duidelijk aan te duiden voor welke belastingplichtige en voor welke aanslagjaren hij het boekhoudkundige dossier wenst te verkrijgen. Bovendien heeft de rechtspraak [2] bepaald dat de administratie in de communicatie omtrent dit verzoek tot overdracht van de back-up niet mag dreigen met administratieve boetes of gerechtelijke procedures/sancties of het organiseren van een onaangekondigde fishing expedition bij de weigering van u of de cliënt om deze back-up te overhandigen. Mocht hij dit toch doen, dan verzoekt het Instituut u een kopie van dit schrijven over te maken aan de juridische dienst van het Instituut zodat wij de bevoegde instanties hiermee kunnen confronteren.

Het Instituut herhaalt dan ook dat de back-up moet worden beperkt tot de boekhoudkundige gegevens die niet gedekt worden door het beroepsgeheim, dus alle jaarboeken, historieken en stavingsstukken zonder persoonlijke communicatie met de cliënt of interne werkdocumenten, en dat die enkel betrekking mag hebben op de te controleren aanslagjaren, dus niet de eerdere jaren buiten de bevoegdheid van de fiscale controle en niet de nog niet-afgesloten boekjaren. Zoals reeds aangehaald in het editoriaal van 14 december 2017, raadt het Instituut u aan gebruik te maken van een boekhoudprogramma dat de afscheiding van deze documenten mogelijk maakt. Indien uw boekhoudprogramma dit momenteel niet toelaat, raadt het Instituut u aan om contact op te nemen met uw softwareleverancier om deze mogelijkheid te bespreken.

Verder wenst het Instituut u door te verwijzen naar het artikel in Accountancy & Tax van september 2017 voor verdere informatie en kunt u altijd de juridische dienst van het Instituut contacteren met verdere vragen.

Met confraternele groeten,

Benoît Vanderstichelen - Voorzitter
Bart Van Coile  - Ondervoorzitter

[1] Integraal Verslag van de Commissie voor de Financiën en de Begroting, 24 januari 2018, CRIV 54 COM 803
[2] Cassatie, 21 november 2014, F.13.0159.N; Gent, 24 februari 2015, 2013/AR/2804, Fisc.Act 2015, afl 41 16

Bron iab-iec

terug