Verwijzend naar de nieuwe procedure van de dienst e-audit van de FOD Financiën om de overdracht van de back-up van het boekhoudprogramma te vragen, heeft de fiscale administratie duidelijkheid verschaft tijdens het trimestrieel overleg van 22 februari 2018 met het Instituut.
De fiscale administratie heeft aan het Instituut bevestigd dat het verzoek tot overdracht per e-mail van een digitale kopie van de boekhouding niet voorzien is in de huidige fiscale wetgeving, met als gevolg dat dit verzoek een louter informeel karakter heeft. Bovendien verduidelijkten zij dat het enkel een gerichte controle kan betreffen van de algemene boekhouding.
Na een eerste telefonisch contact met de extern accountant zou een informele e-mail gestuurd worden naar het IAB-lid met het verzoek om een kopie van de digitale boekhoudkundige documenten (groot- en dagboeken) van de cliënt te overhandigen aan de fiscale controleambtenaar. In dit verzoek mogen geen verwijzingen naar wetgeving noch enige dreiging naar sancties worden opgenomen. In het voorkomend geval dat de extern accountant weigert deze kopie te overhandigen, dan kan de fiscale administratie zich enkel tot de belastingplichtige wenden en een controle ter plaatse bij de belastingplichtige organiseren om inzage te bekomen in de boekhoudsoftware.
Het is echter het standpunt van de juridische dienst van het Instituut dat indien de belastingplichtige ter plaatse niet beschikt over een rechtstreekse toegang of acces tot deze boekhoudsoftware, de fiscale administratie geen administratieve sanctie mag opleggen aan de belastingplichtige. De fiscale administratie bevestigde bovendien tijdens dit trimestrieel overleg dat deze richtlijnen duidelijk werden gecommuniceerd aan de ondergeschikte controleambtenaren van de verschillende plaatselijke e-auditdiensten op 31 januari 2018.
Ten laatste verzocht de fiscale administratie aan het Instituut om bij enige kennisname van een foutieve toepassing van deze procedure door afzonderlijke controleambtenaren deze informatie over te dragen aan de fiscale administratie zodat kan worden
ingegrepen en de desbetreffende controleambtenaar kan worden gewezen op zijn plicht om de geldende richtlijnen na te leven.
Hierbij verzoekt het Instituut onze leden dan ook om ons te contacteren indien zij geconfronteerd worden met deze foutieve praktijken zodat het Instituut de informatie geanonimiseerd kan doorspelen aan de fiscale administratie.
Met confraternele groeten,
Bart Van Coile Benoît Vanderstichelen
Ondervoorzitter Voorzitter