Voordeel van alle aard woonst “maal 2”
18/01/2019
Het fiscaal voordeel van alle
aard dat ontstaat door de terbeschikkingstelling van een
woning werd nog maar net (in 2018) voordeliger of er is al
een nieuw Koninklijk besluit dat sleutelt aan de regels.
Zo zal de bestaande fiscale formule vanaf 1 januari 2019
moeten verhoogd worden met een factor “2”.
Wat voorafging: de
wijzigingen van 2018 in een nutshell
Tot vóór 2018 waren de fiscale waarderingsregels van het voordeel
van alle aard voor een woonst verschillend
al naar gelang de woning ter beschikking werd gesteld door
een natuurlijk persoon, dan wel door een rechtspersoon.
In het eerste geval bedroeg de forfaitaire formule “100/60
van het geïndexeerd kadastraal inkomen”, terwijl in het
tweede geval (terbeschikkingstelling door een rechtspersoon)
een verhogingsfactor “3,8” of ”1,25”[1]
op deze “basisformule” werd toegepast.
Dit onderscheid werd in 2018 door zowel
de rechtspraak als door de fiscale administratie[2]
als discriminatoir beschouwd.
Vanaf dat ogenblik (en ook retro- actief voor 2017) werd in
alle gevallen de basisformule “100/60 van het
geïndexeerd kadastraal inkomen” toegepast, zonder
verhogingsfactoren. Werknemers en bedrijfsleiders die een
woonst ter beschikking kregen van een rechtspersoon, zagen
hun voordeel van alle aard dus gevoelig dalen.
2019 jaagt het voordeel opnieuw de hoogte in
Maar net zoals alle mooie liedjes duurde ook dit verhaaltje
niet lang…
Het weglaten van de verhogingsfactoren was immers maar een
tijdelijke oplossing. De bedoeling was immers dat een
nieuwe, niet-discriminerende regeling werd uitgewerkt die
beter aanleunt bij de marktwaarde én niet al te veel impact
heeft op de begroting.
Vanaf 1 januari 2019 zal
het fiscaal voordeel van alle aard dat ontstaat door de
terbeschikkingstelling van een woonst dan ook in
alle gevallen (zowel terbeschikkingstelling door
een natuurlijk persoon als door een rechtspersoon)
verhoogd worden met een factor “2”[3].
De forfaitaire formule zal er voortaan dus als volgt
uitzien:
“100/60 X geïndexeerd kadastraal inkomen X 2”.
Gevolg- hoger voordeel van alle aard
Hoewel het voordeel van alle aard dus in alle gevallen
verhoogt ten opzichte van 2018 (en 2017 wegens de retro-
activiteit), is de vermenigvuldigingsfactor “2” minder
ingrijpend dan de vroegere “ X 3,8” waarmee het voordeel van
alle aard voorheen verhoogd werd in geval van
terbeschikkingstelling van een woonst (met een kadastraal
inkomen van meer dan 745 euro) door een rechtspersoon.
Ter herinnering - wat blijft ongewijzigd?
Bovenstaande bepalingen zijn van toepassing wanneer een
woonst (gebouwd onroerend goed) ter beschikking gesteld
wordt van een werknemer of bedrijfsleider.
In geval van terbeschikkingstelling van een
ongebouwd onroerend goed blijven de regels
onveranderd en bedraagt de fiscale forfaitaire formule van
het voordeel van alle aard nog steeds “100/90 van
het geïndexeerd kadastraal inkomen”.
Op sociaal vlak wordt het voordeel van
alle aard bovendien niet forfaitair geraamd. De RSZ baseert
zich daarentegen op de reële huurwaarde
van de woonst
bron : securex