Voordeel van alle aard woonst 'maal 2'

23/01/19

Voordeel van alle aard woonst “maal 2”

18/01/2019

Het fiscaal voordeel van alle aard dat ontstaat door de terbeschikkingstelling van een woning werd nog maar net (in 2018) voordeliger of er is al een nieuw Koninklijk besluit dat sleutelt aan de regels. Zo zal de bestaande fiscale formule vanaf 1 januari 2019 moeten verhoogd worden met een factor “2”.

Wat voorafging: de wijzigingen van 2018 in een nutshell

Tot vóór 2018 waren de fiscale waarderingsregels van het voordeel van alle aard voor een woonst verschillend al naar gelang de woning ter beschikking werd gesteld door een natuurlijk persoon, dan wel door een rechtspersoon. In het eerste geval bedroeg de forfaitaire formule “100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen”, terwijl in het tweede geval (terbeschikkingstelling door een rechtspersoon) een verhogingsfactor “3,8” of ”1,25”[1]  op deze “basisformule” werd toegepast.

Dit onderscheid werd in 2018 door zowel de rechtspraak als door de fiscale administratie[2] als discriminatoir beschouwd.

Vanaf dat ogenblik (en ook retro- actief voor 2017) werd in alle gevallen de basisformule “100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen” toegepast, zonder verhogingsfactoren. Werknemers en bedrijfsleiders die een woonst ter beschikking kregen van een rechtspersoon, zagen hun voordeel van alle aard dus gevoelig dalen.

2019 jaagt het voordeel opnieuw de hoogte in

Maar net zoals alle mooie liedjes duurde ook dit verhaaltje niet lang…

Het weglaten van de verhogingsfactoren was immers maar een tijdelijke oplossing. De bedoeling was immers dat een nieuwe, niet-discriminerende regeling werd uitgewerkt die beter aanleunt bij de marktwaarde én niet al te veel impact heeft op de begroting.

Vanaf 1 januari 2019 zal het fiscaal voordeel van alle aard dat ontstaat door de terbeschikkingstelling van een woonst dan ook in alle gevallen (zowel terbeschikkingstelling door een natuurlijk persoon als door een rechtspersoon) verhoogd worden met een factor “2”[3].

De forfaitaire formule zal er voortaan dus als volgt uitzien:

“100/60 X geïndexeerd kadastraal inkomen X 2”.

Gevolg- hoger voordeel van alle aard

Hoewel het voordeel van alle aard dus in alle gevallen verhoogt ten opzichte van 2018 (en 2017 wegens de retro- activiteit), is de vermenigvuldigingsfactor “2” minder ingrijpend dan de vroegere “ X 3,8” waarmee het voordeel van alle aard voorheen verhoogd werd in geval van terbeschikkingstelling van een woonst (met een kadastraal inkomen van meer dan 745 euro) door een rechtspersoon.

Ter herinnering - wat blijft ongewijzigd?

Bovenstaande bepalingen zijn van toepassing wanneer een woonst (gebouwd onroerend goed) ter beschikking gesteld wordt van een werknemer of bedrijfsleider.

In geval van terbeschikkingstelling van een ongebouwd onroerend goed blijven de regels onveranderd en bedraagt de fiscale forfaitaire formule van het voordeel van alle aard nog steeds “100/90 van het geïndexeerd kadastraal inkomen”.

Op sociaal vlak wordt het voordeel van alle aard bovendien niet forfaitair geraamd. De RSZ baseert zich daarentegen op de reële huurwaarde van de woonst

bron : securex

terug